Preservering, van zowel analoog als digitaal materiaal, omvat alle handelingen die nodig zijn voor het verschaffen van blijvende toegang tot audiovisuele materialen. Het gaat hierbij om een efficiënte en veilige omgeving voor langetermijnbewaring met een garantie op maximale integriteit en authenticiteit. In het digitale domein omvat preservering ook het voortbestaan van de bewarende organisatie zelf, waarmee ook het maken van businessmodellen, het regelen van juridische aspecten, het documenteren en verwerken van de materialen vallen onder ‘behoud’ komen te vallen.
Conservering verwijst meer specifiek naar het implementeren van onderhouds-, beheer- en opslagprocedures. Materiaal vergaat, ook als het op een perfect uitgebalanceerd manier wordt opgeslagen voor de lange termijn. Veel onderdelen van audiovisuele collecties zijn in de loop der jaren in meer of mindere mate in verval geraakt. Bij materiaal dat langzaam degenereert, treedt dan uiteindelijk onherstelbare schade op. Het is dan niet meer te restaureren. Conservering van de collectie vertraagt en voorkomt dit proces. Conservering voorkomt dat materialen in kwaliteit achteruitgaan (passieve conservering). Conservering is ook het herstellen van reeds beschadigd materiaal of het overzetten naar een nieuwe drager (actieve conservering). Welke collecties, (deel)verzamelingen of individuele producties met voorrang moeten worden geconserveerd, wordt bepaald door een afweging van de cultuurhistorische waarde, de hergebruikswaarde en de technische staat van de analoge drager.
Het bronformaat (waarin het materiaal wordt vastgelegd) is bepalend voor de rest van de preserveringsketen. Een ‘duurzaam’ formaat is dan ook een formaat dat zo archiefwaardig mogelijk is en daarmee duurzamer dan het gebruiksdoel. Het is raadzaam een bronbestand van hoge kwaliteit te creëren en/of op te slaan voor het archief. Daarmee kan, indien gewenst, vervolgens een bestand van lagere resolutie beschikbaar worden gesteld als gebruikskopie. Van een hoge kwaliteit bronmateriaal is het eenvoudig converteren naar een formaat dat in een specifiek gebruiksdoel kan voorzien. Een vanuit de bron gecomprimeerd lage resolutie bestand daarentegen converteren naar een hoge resolutie (ongecomprimeerd) bestand heeft weinig nut omdat de artefacten van het gecomprimeerde bronbestand blijven bestaan.
Audiovisuele collecties bestaan meer en meer uit digitale formaten. Dit betreft gedigitaliseerd materiaal, born digital materiaal en digitale multimediale vormen zoals internetvideo, videokunst, interactieve producties, games en virtual reality. Digitale dragers hebben hun eigen eisen waar het gaat om conservering en duurzaamheid. Een goede manier om de kwaliteit van een digitale archief te waarborgen is door aan te sluiten bij internationale standaarden zoals het Open Archival Information System (OAIS). Belangrijk daarbij is het volgen van technologische ontwikkelingen en trends en te anticiperen op de impact van die ontwikkelingen op de instroom-, bewaar- en uitleverprocessen, en gewenste preserveringsformaten.
Meer weten over preservering? Hieronder vind je een aantal relevante bronnen.